Onze Europese Unie bestaat sinds de toetreding van Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007 uit 27 deelstaten. Het gelijkheidsprincipe dat aan de basis ligt van de economische mastodont zorgt ervoor dat elke lidstaat het recht heeft om in zijn eigen taal op het Europese forum te verschijnen. Dat betekent dat er 23 officiële talen worden gebruikt in de instellingen, en dat er in principe uitstekende tolken aanwezig moeten zijn om de communicatie tussen de verschillende acteurs te versoepelen. Er wordt wel eens gezegd dat dit een aanzienlijk deel van het budget van de instellingen zou opslokken.
In een rapport uit 2006 van europarlementariër Alexander Stubb wordt echter weergegeven dat het tolkbudget in 2003 minder dan 1% van het totale budget van de E.U. bedroeg. Cijfers van de Europese Commissie uit 2008 gaven aan dat hier ondanks de toetreding van 10 nieuwe lidstaten in 2004 geen grote toename is opgetekend. Het is immers uitsluitend tijdens de plenaire zittingen dat er tolken aanwezig zijn voor alle talen, in de specifieke commissies wordt meestal de keuze aangeboden uit enkele van de klassieke talen.
Het Directoraat Generaal Tolken van de Europese Commissie heeft aan het begin van dit jaar een campagne gelanceerd om jongeren aan te sporen een carrière als tolk na te streven. Men is voornamelijk op zoek naar Engelstalige tolken omdat gevreesd wordt voor een tekort over enkele jaren. Dit filmpje werd gepubliceerd op verschillende websites van de E.U. Het DG Tolken is echter steeds op zoek naar gemotiveerde jonge tolken die een veelvoud aan talen meester zijn, dus ook als Nederlandstalige maak je kans op een boeiende carrière op het hoogste niveau.