Waarom spreken we zoals we spreken? Voorbeelden van onze specifieke taalvariëteiten zijn overal in ons dagelijks leven te vinden, of we nu jullie of jullie allemaal zeggen, frisdrank of limonade, alu of aluminium, enzovoort. Maar als het gaat om het bespreken van deze variëteiten vanuit taalkundig oogpunt, kan het lijken alsof er net zoveel woordbegrippen zijn om bij te houden als dat er dialectverschillen zijn.
In dit artikel bespreken we wat dialecten, etnolecten en sociolecten zijn, en waarom ze van belang zijn voor vertalen en lokaliseren.
Dialecten
Wat is het verschil tussen een taal en een dialect? Zelfs voor taalkundigen zijn de grenzen niet altijd duidelijk en worden de twee in informele gesprekken vaak door elkaar gebruikt.
In de meeste definities verwijst een dialect echter specifiek naar een variëteit of vorm van een taal die regionaal of sociaal onderscheidend is, dat wil zeggen een variëteit met unieke kenmerken in woordenschat, grammatica en uitspraak, die vaak beïnvloed worden door sociale klasse en/of geografische regio. Voorbeelden van dialecten zijn er in overvloed in zowel moderne als oude talen, van Aeolisch Grieks (een aparte dialectgroep van het Oudgrieks) tot Zuid-Amerikaans Engels, zoals veel voorkomt in het zuiden van de Verenigde Staten.
Etnolecten
Een etnolect is een taalvariëteit die geassocieerd wordt met een bepaalde etnische groep. In de Verenigde Staten zijn bijvoorbeeld zowel Chicano Engels (Mexicaans-Amerikaans Engels) als Afro-Amerikaans Engels taalgebruik (AAVE) beschreven als etnolecten. Er zijn ook multi-etnolecten, of taalvariëteiten die beïnvloed zijn door meerdere talen, vooral in dichtbevolkte, stedelijke arbeidersgebieden.
Deze term is niet onomstreden. Sommige onderzoekers maken zich zorgen dat de focus op etniciteit andere factoren van taalontwikkeling over het hoofd zou kunnen zien, of dat het zou kunnen leiden tot onjuiste en schadelijke stereotypen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om niet in de val te trappen van de standaardtaalideologie, die suggereert dat een meerderheidsgroep een “standaard” of zuiverder taal spreekt, terwijl de etnische minderheidsgroepen een ondermaats “etnolect” spreken.
Sociolecten
Een sociolect is een taalvariëteit die gesproken wordt door een bepaalde sociale groep of klasse. Sociolecten kunnen worden beïnvloed door een breed scala aan sociale factoren, waaronder factoren als sociaal-economische status, opleiding en beroep, maar ook leeftijdsgroep, religie, geslacht, etniciteit (de bovengenoemde etnolecten kunnen ook worden beschouwd als sociolecten), en meer.
Bijvoorbeeld, zowel de Cockney slang van de arbeidersklasse in het Verenigd Koninkrijk als de “Queen’s English” ook wel Received Pronunciation (RP) geassocieerd met de aristocratie zouden sociolecten genoemd kunnen worden. In het klassieke New Yorkse accent werd de ‘r’ aan het einde van woorden als ‘car’ meer geassocieerd met de arbeidersklasse, terwijl sprekers uit de hogere klasse (of zij die zo wilden overkomen) er een punt van maakten om de ‘r’ uit te spreken.
Waarom zijn dialecten belangrijk voor vertaling en lokalisering?
Natuurlijk is taal niet altijd een exacte of voor de hand liggende wetenschap. De meeste mensen gebruiken meer dan één dialect wanneer ze spreken en velen van ons, zelfs onbewust, “switchen” tussen verschillende dialecten, afhankelijk van de situaties en de andere sprekers.
Daarom is het bij het vertalen en lokaliseren essentieel om deze concepten in gedachten te houden. Vertalen voor bepaalde gebieden en doelgroepen vereist een professionele vertaler die bekend is met hun specifieke dialecten, etnolecten en sociolecten om het best mogelijke resultaat te garanderen.